Afwijzing PAS biedt kansen voor duurzamer landgebruik
Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) moet definitief op de helling. De Raad van State heeft zich in zijn beslissing aangesloten bij de eerdere kritiek van het Europese Hof van Justitie. Dit is voor de kwaliteit van onze natuurlijke omgeving een verheugende uitspraak. Tegelijk zijn de consequenties ervan nog allerminst duidelijk.
Toch is het duidelijk dat een beteugeling van de stikstofovermaat een essentieel onderdeel is van de omslag naar een duurzamer landgebruik met meer ruimte voor bloemen, vlinders en bijen.
Mooie ambitie niet waargemaakt
De principes van het PAS-beleid deugen, daar is geen discussie over. Zoals minister Schouten het omschrijft: “Het PAS beoogt doelen voor natuur en economische ontwikkeling in balans te realiseren: de natuur robuuster maken, stikstof verminderen en nieuwe activiteiten mogelijk maken”. Dat is hard nodig want in steeds grotere delen van de wereld vormt de stikstofovermaat een van de grootste bedreigingen voor de biodiversiteit. Zoals eerder door onderzoekers en natuurorganisaties is betoogd, berustte het PAS helaas op twee zwakke pijlers. De ene was dat er, vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming werd gegeven voor activiteiten die mogelijk extra stikstofbelasting zouden opleveren. De andere pijler bestond eruit dat er tegelijkertijd herstelmaatregelen worden getroffen voor het opvangen en tegengaan van de stikstofbelasting in natuurgebieden. Daarbij is onderschat dat er een grens bestaat aan deze herstelmaatregelen: bij aanhoudende stikstofbelasting kunnen ze niet herhaaldelijk worden uitgevoerd zonder schade aan het ecosysteem en de kenmerkende soorten.
Het is tijd voor een omschakeling naar een zowel natuur- als boervriendelijk landgebruik (Bron: Shutterstock)
Bovendien ontstond er groeiende kritiek over de gebrekkige onderbouwing van de effectiviteit van de maatregelen door monitoring van de stikstofdepositie in relatie tot de gevolgen voor de natuur. De uitspraak van de Raad van State betekent dat er een nieuwe vorm en onderbouwing voor de aanpak van de stikstofovermaat gevonden moet worden.
Opnieuw de uitdaging aangaan
Minister Schouten heeft in haar reactie op de uitspraak aangegeven dat haar “ambitie om de hoeveelheid stikstof terug te dringen een prioriteit blijft” en dat ze “de uitdaging [aangaat] om de balans tussen natuur en economische ontwikkeling te herstellen.” Deze consequente opstelling valt te prijzen en is geheel in lijn met de ambities van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en de omschakeling naar kringlooplandbouw.
veenbesparelmoervlinder heeft het moeilijk, onder andere door het verdwijnen van leefgebied (Bron: Henk Bosma)
De kunst zal nu zijn om van de nood een deugd te maken door deze uitspraak te gebruiken voor een versnelde omschakeling naar een zowel natuur- als boervriendelijk landgebruik. Daarin zijn drie sporen essentieel. Allereerst moet de stikstofuitstoot stevig worden verminderd door de stoffenkringloop te sluiten. Vervolgens moet het natuurherstel uiteraard worden voortgezet, maar met het besef dat de nadruk op stikstof afvoeren moet worden verlegd naar structureel herstel.
Ten slotte moet de effectiviteit van het beleid beter inzichtelijk worden gemaakt door de stikstofbelasting zelf en de doorwerking ervan op de kwetsbare natuur structureel te volgen en de uitkomsten mee te laten wegen bij de uitvoering van het beleid. Gebruik dus de stikstofgevoelige soorten als indicatoren voor herstel van natuurkwaliteit. De Vlinderstichting hoopt dat de kleine heivlinder en de veenbesparelmoervlinder hier de komende jaren zichtbaar van gaan profiteren!
Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting en WUR
Foto’s: Albert Vliegenthart (leadfoto: landbouw is onlosmakelijk met de natuur verbonden en kan onderdeel van de oplossing zijn); Shutterstock; Henk Bosma