De bonte vliegenvangers zaten bij de Schagerwiel. ’s Morgens trof ik alleen het mannetje, in de namiddag zat er ook een vrouwtje bij.
De grote bonte specht inspecteerde het voederhuisje in mijn achtertuin op vogelpindakaas met meelwormen. Het gaas houdt hem niet tegen, dat is meer bedoeld voor de eksters en kauwtjes.
De boerenzwaluw vloog boven de wiel. Is het nou een insect of toch iets plantaardigs?
In het Zwanenwater zat deze grasmus stoer te doen tegen een concurrent een struikje verderop.