Maar klimaatverandering doet meer met vogels. Vogels in Amerika worden kleiner door de opwarming van de aarde. Dat concluderen Amerikaanse wetenschappers, die de gegevens hebben geanalyseerd van tienduizenden vogels die zich de afgelopen veertig jaar te pletter vlogen tegen gebouwen. Ze publiceerden hun bevindingen in Ecology Letters.
Onderzoekers van de Universiteit van Michigan verzamelden tussen 1978 en 2016 meer dan 70 duizend dode vogels bij gebouwen in Chicago, die 52 soorten Noord-Amerikaanse trekvogels vertegenwoordigden. Uit metingen bleek dat de lichaamsomvang en het lichaamsgewicht van alle soorten geleidelijk waren afgenomen. ‘De soorten waren verschillend, maar ze reageerden hetzelfde’, zegt eerste auteur Brian Weeks tegen de BBC. ‘De consistentie was schokkend.’
Het lichaamsgewicht van de beestjes was afgenomen met gemiddeld 2,6 procent. De poten waren gemiddeld 2,4 procent korter geworden. De vleugels daarentegen waren gegroeid: met 1,3 procent. Volgens de auteurs is dat vermoedelijk om langere vluchten met een kleiner lichaam mogelijk te maken. De onderzoekers brengen de lichamelijke veranderingen in verband met een warmer klimaat. Weeks: ‘Klimaatverandering lijkt zowel de omvang als de vorm van deze soorten te veranderen.’
De auteurs verwijzen naar een evolutionaire wetmatigheid van de Duitse zoöloog Carl Bergmann die ervan uitgaat dat dieren in koude streken zwaarder zijn dan soortgenoten die in warmere gebieden leven. Daaruit trekken de Amerikaanse onderzoekers de conclusie dat soorten kleiner worden als de temperatuur van hun leefomgeving oploopt. Een klein lichaam houdt minder warmte vast.
‘Schokkende bevindingen’, reageert Jan van Gils, onderzoeker bij het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee). ‘Samen met collega’s heb ik een paar jaar geleden gepubliceerd over lichaamsverkleining van de kanoet. Deze studie toont aan dat het een veel breder probleem is dan wij toen lieten zien.’
Hij beschouwt de resultaten als een vroege waarschuwing. ‘Studies uit het verleden laten zien dat soorten de neiging hebben om uit te sterven als ze kleiner worden.’ Van Gils verwijst naar zijn onderzoek naar de kanoet, waaruit bleek dat die vogel kleiner werd omdat de jonkies slecht groeiden doordat ze te weinig voedsel kregen. De kleinste dieren hadden de kleinste overlevingskans. Hij waarschuwt dan ook tegen het positief interpreteren van de studie. ‘Denk niet te snel dat de vogels zich wel redden, dat ze zich aanpassen aan een warmere wereld. Dat ze wel naar het noorden kunnen trekken. Dit is eerder een teken dat ze kwetsbaarder zijn geworden.’
Deels ontleend aan de Volkskrant van 6 december