De kampioen onder de trekkers is de Noordse Stern. Hij broedt in noordelijke streken, bijv. IJsland (300.000 broedparen) en vliegt na de broedtijd naar het zuidpoolgebied. In het voorjaar komt hij weer terug! Een vlucht van meer dan 40.000 km alleen al op de trek. Dat is dus elk jaar de wereld rond en dan vele jaren achter elkaar! Onder de kampioenen zijn er ook nog sterns die er nog een schepje bovenop doen. Een stern van Groenland uitgerust met een geolacator (die de positie bijhoudt) heeft in 273 dagen een afstand afgelegd van niet minder dan 90.000 km! Uit dat onderzoek bleek ook dat er exemplaren via de Afrikaanse kust naar het zuiden gaan maar anderen gaan via Zuid Amerikaanse kust naar het Zuidpoolgebied. Vogels van beide routes ontmoeten elkaar weer in de Weddel Zee een onderdeel van het antarctisch gebied. Daarna vliegen ze weer naar het noorden. Op 1 mei vlogen ze over de evenaar heen op weg naar hun broedgebied. Ze kunnen wel meer dan 500 km per dag afleggen en vissen op zee. Zeer bijzonder is dat de onderzoekers een jaar later weer een aantal vogels met geolacator terug gevangen hebben en de dat uit konden lezen. Het grote voordeel van deze reis is dat ze altijd 24 uur licht hebben en dus ook voedsel (kleine visjes) kunnen vangen. Vorige week was ik even aan de kust (Petten) om trekvogels mee te tellen en daar kwamen in enkele uren meer dan 2000 graspiepers voorbij! Naast tal van andere soorten kwamen ook een 15 tal Grote Gele Kwikstaarten voorbij en enkele Grote Piepers. Dat zijn natuurlijk de krenten in de pap. Altijd spannend die trek langs de kust. Het probleem is je moet veel ervaring hebben met de trekgeluidjes en vliegbeelden van groepen vogels. Ook de eerste Koperwieken en Sneeuwgorzen zijn alweer gehoord. De meeste trek vindt nachts plaats en onttrekt zich dus aan onze zicht waarnemingen. Dat er nachts ook veel wordt gevlogen (geen last van roofvogels) is ontdekt daar radarwaarnemingen.
De Kleine Rietgans broedt in flinke aantallen (ca 400.000 exemplaren) op IJsland en neemt daar ook nog toe evenals de Grauwe Gans. Bij de Kleine Rietgans van IJsland valt op dat ze steeds dichter bij menselijk bewoning gaat broeden, terwijl ze voorheen uitsluitend op de hogere gelegen(kraai) heidevelden broeden. Op onze reis naar IJsland afgelopen zomer hebben we verschillende paartjes gezien met jongen, gewoon langs de weg nummer 1. Echter de broedvogels van Groenland/IJsland overwinteren in Groot-Brittannië krijgen wij dus hier niet te zien.
w.g. Otte W. Zijlstra