De 33e waarneming van een morinelplevier werd gedaan op 2 september toen een exemplaar in noordoostelijke richting over de duinen bij Falga vloog. Het betrof het 53e exemplaar (Don Lage Maat,Rutger Wilschut). Op 4 oktober werd een late poelruiter gezien in de Verzakking. Het is het 37e exemplaar ooit en de 2e ooit voor oktober (Germen Lont).
Op de 13e oktober werd nog een late bosruiter gezien. Deze soort werd nog niet eerder zo laat in het jaar waargenomen (Roelf Hovinga). Op 30 november werd nog een zeer late visdief of noordse stern over zee waargenomen. Voor zover bij mij bekend is dit de laatste waarneming ooit ongeacht welke van deze twee soorten het betrof (Fred Geldermans). Ook zeer laat was de gierzwaluwachtige die op 13 november boven Oud Den Helder werd gezien. Op diverse plaatsen in Nederland werden laat in dit najaar waarschijnlijke of zekere vale gierzwaluwen waargenomen dus deze vogel in Den Helder was wellicht ook een kandidaat. Helaas werd deze vogel te kort gezien en niet gefotografeerd (Rifka Roos). Onze 32e grauwe klauwier ooit werd van 13 tot en met 18 september gezien in Mariëndal (Johanna van Dillen-Staal). Over dit zelfde gebied werd de bij ons iets zeldzamere klapekster op 14 oktober vliegend gezien. Het is ons 27e exemplaar (Johanna van Dillen-Staal,Roelf Hovinga).
Via via ontving ik een melding van een notenkraker waarvan de omschrijving klopte voor deze soort. De waarnemer wilde hier helaas niet veel ruchtbaarheid aan geven en wilde ook niet zijn exacte adres vermelden. De waarneming werd op 5 november gedaan ergens op een erf langs de Kleiweg in de Oostpolder. Het betreft onze 7e waarneming ooit en ons 9e exemplaar (anonieme ontdekker). Er werden in de 2e helft van dit najaar opvallend veel strandleeuweriken gezien. Alhoewel dubbeltellingen niet uit te sluiten zijn schat ik het aantal op 109 met als grootste groep 33 exemplaren op 14 november (diverse ontdekkers).
Op 14 oktober vloog onze laatste oeverzwaluw ooit over de duinen van Falga (Jacob Lotz). Daarentegen werd onze vroegste bladkoning ooit al op 12 september waargenomen (Niek Harder). Met maar liefst zo’n 19 exemplaren was het het best jaar ooit voor deze soort (diverse ontdekkers). Een Engelse kwikstaart op 30 september was de laatste ooit (Johanna van Dillen-Staal). Onze 30e duinpieper werd op 2 september gezien en de 31e op 14 september (Don Lage Maat,Rutger Wilschut,Johanna van Dillen-Staal). Erg leuk was onze Siberische boompieper die op 14 oktober over de Noordduinen vloog. Er staat een geluidsopname op waarneming.nl Het is ons 2e exemplaar en tevens de 2e voor oktober (Jacob Lotz,Rutger Wilschut,Daan Drukker). Spectaculair voor onze omgeving waren de naar grove schatting 1000 kepen die op 11 oktober ter hoogte van de Oude Vuilnisbelt naar het zuiden vlogen (Mario Renden).
De tussenstand in de soortencompetitie 2018 is als volgt (tussen haakjes het aantal soorten vorig jaar tot en met 30 november 2017):
Den Helder e.o. : 253 (241), dit jaar 2 beoordeelsoorten
Wierhaven : 266 (260), dit jaar 8 beoordeelsoorten
Hoorn e.o. : 215 (219), dit jaar 2 beoordeelsoorten
Tringa : 257 (256), dit jaar 3 beoordeelsoorten
Het aantal soorten ligt bij ons veel hoger dan vorig jaar, maar dat was een zeer soortenarm jaar. Desondanks is een derde plaats waarschijnlijk het hoogst haalbare.
De bij dit waarnemingenverslag horende tabel staat op deze website onder vogelskijken/soortencompetitie